‘De landverraders’ (artikel vrij vertaald uit Magyar Hírlap een Hongaarse conservatieve krant)

De politieke verhoudingen tussen links en rechts zijn in Hongarije al jarenlang vergiftigd. In blogs en opiniebladen verschijnen regelmatig artikelen waarin pittige standpunten worden ingenomen tegenover de andere partij. Hieronder volgt een voorbeeld van een artikel geschreven door István Stefka dat in de conservatieve krant Magyar Hírlap begin 2012 is verschenen. De Magyar Hírlap kan worden gezien als een pro-regering krant die de Fidesz van premier Viktor Orbán steunt. De oorspronkelijke titel is Országrontók wat vrij vertaald betekent ‘Landverraders’.  

Vandaag de dag zijn voor ons land in het bijzonder begrippen als stabiliteit en strijd om te overleven van groot belang. Een stad als Gyula (provinciestad in zuidoost Hongarije) heeft zich tientallen jaren lang tot op de dag van vandaag hiervoor ingespannen.

Het is interessant om de inspanningen van deze kleine gemeenschap als voorbeeld aan te dragen die uiteindelijk het hele land raken. Weinig mensen weten dit, maar in augustus 1849, legden in Gyula veertienhonderd officieren en negen generaals – waaronder János Damjanich, Ernö Kiss en Károly Leiningen-Westerburg- hun wapens neer. Zij werden later in de Hongaarse geschiedenis bekend als de martelaren van Arad.  Hun hoge rangen in acht nemend, werden ze in speciale huizen gevangen gehouden.

De afgelopen twintig jaar werd de stad afwisselend door linkse- dan wel door  rechtse partijen bestuurd. Dankzij hun ondefinieerbare innerlijke drijfveren gingen beide partijen uit van het gemeenschappelijk uitgangspunt dat het verleden van hun stad en zijn helden gerespecteerd en geëerd moesten worden.

Dit patriottisme kwam tot uiting  bij de prachtige renovatie van historische gebouwen in hun oorspronkelijke stijl,  zoals het kasteel van Gyula, het geboortehuis van Ferenc Erkel of het huis van jurist en procureur generaal György Ladics. De stad bleef ook de monumenten van grootheden, zoals bisschop Vilmos Apor of die van de aristocratische familie Almasy koesteren.

Waarom is dit belangrijk? Omdat het naast hun dagelijkse beslommeringen spirituele munitie en innerlijke kracht geeft aan de bewoners van Gyula. Met trots kunnen ze zeggen dat zij naast Hongaren ook patriottische burgers van Gyula zijn. Ze kunnen zeggen dat Gyula veel meer biedt dan alleen de beroemde worst waar de stad om bekend staat.

Helaas zijn sommige mensen in het land op dit moment bezig om deze verworvenheden af te breken en te vernietigen. Kennelijk zijn er altijd mensen te vinden die bezig zijn met activiteiten die als verraad kunnen worden bestempeld.

Gezegd moet worden dat de honderdvijftig jaar lange Ottomaanse overheersing, de repressie na 1849 en zelfs de bloedige wraak na de revolutie van 1956, het land niet zo veel schade hebben berokkend, als de verraderlijke activiteiten van de links-liberale politieke krachten.

Deze krachten hebben bondgenoten in het Westen gevonden die in tegenstelling tot de ontwikkeling van Hongarije er belang bij hebben het land opnieuw te onderwerpen (aan buitenlands krachten, red.). Om de oorzaken van de koude burgeroorlog te kunnen begrijpen dat in de afgelopen twintig jaar in Hongarije woedt, moeten we terugkeren naar het ontstaan van het communisme in het land. Voor de communisten bestond geen vaderland, alleen  internationalisme of kosmopolitisme.

Ferenc Herczeg (conservatieve nationalistische (toneel)schrijver leefde van 1863-1954) schreef over Mihály Károlyi, de eerste president van de Republiek aangaande de ‘rattenopstand’ in 1919 het volgende : “… Nooit eerder werd het land in haar voortbestaan zo bedreigd als tijdens het bestuur van graaf Károlyi. Károlyi en zijn bestuurders konden de vrijheid alleen in de vorm van anarchie omvatten. Ze vernietigden de openbare orde en verklaarden dat ze tegen tirannie streden. Ze verspreidden het gerucht –waarin ze zelf wellicht in geloofden- dat afgoderij het land naar de afgrond had gebracht.”

Hoe herkenbaar is dit soort opzettelijk valse voorstelling van zaken. Ze zijn nu ook in de huidige politieke constellatie herkenbaar, waarbij de socialisten spreken over de dictatuur, over de dood van de democratie, de vernietiging van de rechtsstaat, de grondwet en de beëindiging van de persvrijheid. Dit zijn allemaal leugens! Ze herhalen hun leugenachtige beschuldigingen zo vaak dat ze na een tijd overtuigend overkomen.

Kennelijk hebben ze genoeg geld (wie weet waarvandaan?) te besteden  met als ultieme doel hun gehate Viktor Orbán te laten omvallen. Maar hun focus op Viktor Orbán zal ziet alleen een minister president doen omvallen, maar ook al het andere  wat Hongaars is. De gewone Hongaarse burger zal omvallen. Het democratische uitgangspunt waarin besluiten genomen worden op grond van de wil van de meerderheid -door rechtmatige en vrije verkiezingen- zal omvallen.

Het is de moeite waard om verder stil te staan bij de beschrijving van de persoon Károlyi door  Ferenc Herczeg: ” ‘s lands waardigheid was in handen gevallen van een gedegenereerde gokker… Het laatste regeringsbesluit toont zijn destructivisme (van Károlyi, red.) Bij de proclamatie van 22 maart werd de natie door Károlyi overgeleverd aan  de genade van het bolsjewisme. Hierna kon hij de macht niet langer vasthouden en was het gedaan met Hongarije.  Hij offerde het land op als een huzaar die zijn eigen paard doodschoot om te voorkomen dat het in handen van de vijand zal vallen.

Welnu, iets soortgelijks gebeurt nu ook. Ferenc Gyurcsány, Györg Konrád en hun bondgenoten gaan zo ver dat ze de onafhankelijkheid van het land dreigen af te schaffen. De zogenaamde linksen en liberalen zijn met ons aan het gokken. Zij voeden  negatieve percepties over en het neerbuigende beeld van Hongarije dat het buitenland  heeft.  Zij en verraderlijke emigranten in het buitenland voorzien de hier gestationeerde buitenlandse journalisten en ambassades valselijk van munitie.

Er is dus niet veel veranderd in de afgelopen eeuwen. We moeten voor de onafhankelijkheid van  Hongarije en haar grondgebied strijden op dezelfde manier zoals onze voorouders hebben gedaan. We zullen tenslotte daarin slagen. We zijn immers met velen. We kunnen Gyula als voorbeeld nemen. Ferenc Erkel de componist van Bánk Bán kreeg voor het volkslied hier in Gyula, in de tuinen van het Almásy kasteel inspiratie. Bánk pakte zijn handschoen op tegen de vreemdelingen, tegen de bedreigers van het land. Nu is er ook geen andere weg voor Hongarije. De handschoen moet opnieuw worden opgepakt.

oorspronkelijke artikel in Magyar Hírlap

voor opinie over dit artikel zie presseurop 

 

This entry was posted in Artikelen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.