De spanningen tussen de EU-partnerlanden Hongarije en Slowakije zijn opnieuw opgelopen. De toch al moeilijke betrekkingen tussen beide landen werd deze zomer tot tweemaal toe verstoord. Allereerst was er de Slowaakse invoering van een omstreden taalwet die op 1 september in werking trad. Er staat een boete tot vijfduizend euro te wachten voor de burger wegens het ‘ongeoorloofd gebruik maken van het Hongaars’ in openbare gelegenheden. De Hongaarse minderheid van ruim een half miljoen mensen voelt zich op zijn zachts gezegd gediscrimineerd. Maar de Slowaakse regering onder leiding van Robert Fico meent dat de wet aan de Europese normen voldoet.
Hongaren in Slowakije (census 2001) 50-100% 10-50% 0-10%
In diezelfde zomer vond nog een ander incident plaats dat bijna tot een diplomatieke rel leidde. De Slowaakse regering weigerde op de Hongaarse nationale feestdag van 20 augustus de Hongaarse president László Sólyom het land toe te laten. Voor zogenaamd twee bevriende EU-landen is dit voorval vrij opmerkelijk. Aanleiding voor Sólyom’s bezoek was de onthulling van een standbeeld van de eerste Hongaarse koning Stefanus I in de Slowaakse stad Komárnó vlak over de grens. De Slowaakse weigering wordt in Hongaarse ogen als pijnlijk ervaren. De symboliek rondom standbeeldonthullingen van historisch belangrijke figuren is immers in de Centraal-Europese context een uitermate serieuze aangelegenheid.
De premiers Gordon Bajnai van Hongarije en Robert Fico van Slowakije ontmoetten elkaar half september om de kou in de betrekkingen tussen beide landen uit de lucht tenemen. De scherpe kantjes van de wet werden tijdens deze ontmoeting gladgestreken.
Maar de Slowaakse minister van Cultuur Marek Madaric dreigt nu opnieuw roet in het eten te gooien. Afgelopen zondag liet Madaric voor de commerciële tv-zender Markíza in de ogen van Hongaarse media zich laagdunkend uit over zijn Hongaarse gesprekpartners. “We hebben een klinkende diplomatieke overwinning behaald en Hongaarse politici zijn leugenaars”, aldus de Slowaakse minister. Hij beschuldigde zijn Hongaarse partners ervan de waarheid rond de wetgeving te verdraaien en in Europa een smerige campagne tegen Slowakije te voeren.
De politieke maatregelen van de Slowaakse overheid gericht tegen de Hongaren staan niet geheel op zich zelf. Zij kunnen in een breder kader worden geplaatst waarin de overheid op zoek is naar kunstmatige historische wortels van de Slowaakse natie. Maďarič herhaalde zijn uitspraak over de ‘leugenachtige Hongaarse politici’ op een wetenschappelijk congres van Slowaakse historici met als thema de geschiedenis van de Slowaaks-Hongaarse betrekkingen. Volgens de Hongaarse media was er op dit congres geen ruimte voor een gedegen historische analyse van de betrekkingen tussen beide landen. Slowaakse nationalistische historici voerden de boventoon, waarbij in hun ogen de roemrijke Slowaakse geschiedenis uit de doeken werd gedaan. Deze historici beschouwen de Slowaakse natie als de rechtstreekse erfgenaam van het Groot-Moravisch Rijk in de 9de eeuw.
De voorheen gebruikelijke term “Oudslavisch” om daarmee de oorsprong van de Slowaakse natie aan te duiden werd daarbij vervangen door een meer nationaal klinkende “Oudslowaaks” als nieuwe prefix. Immers is in de ogen van deze nieuwe historici het roemruchte verleden van het Groot-Moravische Rijk het werkelijke begin geweest van de Slowaakse nationale identiteit. Waarschijnlijk willen deze historici de onlosmakelijke historische band van duizend jaar tussen Hongarije en het gebiedsdeel wat nu Slowakije heet daarmee bagatelliseren.
Marek Maďarič ondertekende onlangs een petitie op initiatief van de nationalistische Slowaakse Nationale Partij de SNS. De SNS staat er om bekend anti-Hongaarse standpunten in te nemen. Het doel van de petitie is om ernst te maken met de daadwerkelijke uitvoering van de taalwet. Het verontrustende daarbij is dat in de petitie de oude slogan “In Slowakije alleen het Slowaaks!” uit de kast is gehaald. Deze oproep stamt uit de Tweede Wereldoorlog toen Tsjechoslowakije door de nazi’s werd opgedoekt. Terwijl Tsjechië werd bezet ging Slowakije als marionettenstaat van Nazi-Duitsland onder leiding van de priester president Tiso verder.
Het is uiteraard niet realistisch de huidige Slowaakse politieke constellatie op één lijn te plaatsen met het tijdperk Tiso. Maar de taalwet geeft bij veel Hongaren een nare bijsmaak dat gevoed wordt door een onverwerkt verleden. Er zijn nog steeds Hongaren en hun nakomelingen die namelijk slechte herinneringen hebben aan die tijd. Immers moesten aan het eind van de oorlog 30 duizend van hen hals over kop hun huis en haard in Slowakije verlaten. Ze werden zonder pardon de grens met Hongarije overgezet. Na de oorlog vond er wederom een gedwongen emigratie plaats maar nu in het kader van een bevolkingsuitruil tussen de zogenaamd twee bevriende en socialistische broedernaties. Afgezien van het leed dat de gedwongen verhuizingen hebben veroorzaakt werden de ‘emigranten’ daarvoor financieel nooit gecompenseerd.
Gelukkig voor de Hongaren herhaalt de geschiedenis zich niet altijd op dezelfde rigoureuze wijze. Maar in een veel recenter verleden hadden zij ook al te maken met gekunstelde maatregelen van de Slowaakse overheid om hen er politiek onder te houden. De verbetenheid van Slowaakse kant om de taalwet er door te krijgen is namelijk niet nieuw. In 1995 werd onder de regering Meciar ook al een taalwet ingevoerd. ‘Taalcontroleurs’ kregen toen de opdracht om er op toe te zien dat burgers in contact met de overheid alleen het Slowaaks gebruikten en niet het Hongaars. Om aan deze wet kracht bij te zetten, vond een jaar later een bestuurlijke reorganisatie in het land plaats. Bestuurlijke districten die voorheen vooral van oost naar west liepen werden omgebogen van noord naar zuid. De nog ruim 500.000 Hongaren die voornamelijk in een aangesloten gebied in het zuiden van het land wonen, kwamen op die manier in politiek bestuurlijke zin overal in een minderheidspositie terecht.