Rooms-Katholieken raken Hongaarse nationalistische snaar in Roemenïe

Het is vroeg in de ochtend wanneer de bus de Hongaars-Roemeense grens passeert. De verderop gelegen fabriekstorens aan de rand van Arad steken mooi af tegen de zachtroze en oranje kleuren rondom de opkomende zon. András nodigt zijn medepassagiers uit om van zijn zelfgestookte Pálinka te proeven. In één teug wordt de brandewijn naar binnen gegoten. De jongeman van achter in de twintig uit Gyula (Hongarije) zit in de bus vol met bedevaartgangers op weg naar Roemenië. Doel van de reis is Csíksomlyó. Elk jaar met Pinksteren vindt vanuit Hongarije en andere delen van de wereld een grote uittocht plaats naar deze bedevaartsplaats . Met ruim half miljoen bezoekers is de bedevaart in Csíksomlyó de grootste religieuze bijeenkomst van Rooms-katholieke Hongaren in zuidoost Europa.

Het dorp bevindt zich in het Szekler-gebied (Hongaars: Székelyföld) een Hongaarstalige enclave vlakbij de provinciestad Mircureia Ciuc (Csíkszereda) in Oost-Transsylvanië. De bedevaartgangers schuifelen in een lange rij langzaam de plaatselijke kerk binnen. Er hangt een serene stilte binnen in de kerk, terwijl de gelovigen aan het eind van de rij zich neerknielen voor het altaar. Voorwerp van verering is een Mariabeeld uit de 16de eeuw van twee meter hoog dat wonderlijke genezingskracht heet te hebben. Er hangt een sfeer van saamhorigheid en religieuze devotie. Er wordt spontaan door iemand achterin gezongen. Anderen haken daarbij aan. Zelfs de meest verstokte atheïst zou hier bijna in religieuze vervoering worden gebracht.

Csiksomlyó: op weg naar het "zadel"

Csiksomlyó: op weg naar het "zadel"

De oorsprong van de bedevaart is in de 16de eeuw, toen godsdienstige twisten het land dreigden te verscheuren. In 1567 werd in Transsylvanië fel gevochten tussen de Rooms-katholieke Szeklers en de Protestantse Unitarianisten onder leiding van prins van Transsylvanië Zsigmond János (1540-1571). De laatsten verwierpen het leerstuk van de Heilige Drie-eenheid en kwamen daarmee in botsing met de Rooms-katholieken. Volgens de overlevering wonnen de Rooms-katholieken de veldslag nadat zij de Heilige Maagd Maria om hulp hadden gesmeekt. Na de overwinning beloofden de katholieken hun beschermvrouw Maria voor eeuwig te danken. Sindsdien keren de gelovigen met Pinksteren elk jaar terug naar Csíksomlyó.

 

Priesters met bandelieren in Hongaarse driekleur

Priesters met bandelieren in Hongaarse driekleur

In de communistische tijd leidde de bedevaart een sluimerend bestaan. Alleen een handvol lokale bedevaartgangers waagde het om in groepsverband bij elkaar te komen. Sinds de val van het communisme in 1989 is er in Csíksomlyó veel veranderd. Vooral de laatste jaren is de bedevaart uitgegroeid tot een internationale happening van formaat. Naast Szeklers- en Csángó’s uit de regio komen de, voornamelijk Hongaars Rooms-Katholieke, pelgrims van overal vandaan. Er wapperen religieuze vaandels en nationale vlaggen uit Hongarije, maar ook uit Brazilië, de Verenigde Staten en Australië.

Op dag twee vangen de religieuze festiviteiten aan. Met een banier in zijn handen vertrekt András samen met de andere reisgenoten te voet vanuit de stad richting het hogergelegen Csíksomlyó. Uit alle hoeken en gaten van de stad sluiten andere groepen zich aan en vormen samen een enorme stoet. In een gestage stroom lopen de duizenden pelgrims het dorp weer uit naar een hoger gelegen plateau, in de volksmond “het zadel” genoemd. Alles loopt gesmeerd. De massa blijft gedisciplineerd zodat de Roemeense verkeersagenten weinig werk hebben aan de soepele doorstroming.

 

Csiksomlyó: een half miljoen bezoekers

Csiksomlyó: een half miljoen bezoekers

Het plateau bevindt tussen twee bergen in en is vele voetbalvelden groot. Er is ruimte genoeg om de duizenden pelgrimgangers op te vangen. Op een centraal punt staat een imposante altaar waar de bisschop zijn mis zal gaan houden. In de loop van de dag zwelt de massa aan tot naar schatting een half miljoen mensen. Geluidversterkers maken de preek van de bisschop tot in de verste uithoeken hoorbaar. De sfeer is ongedwongen, bijna vergelijkbaar met een groot openlucht popconcert. Er wordt massaal gezongen, gebeden maar ook gegeten en gedronken. Voor de gelegenheid worden in provisorisch opgezette tenten, her en der verspreid over het terrein, de biecht afgenomen. Het is duidelijk dat de behoefte eraan groot is. Overal staan gelovigen geduldig in lange rijen te wachten onder de hete zon om uiteindelijk voor de priester neer te mogen knielen.

Vanwege het feit dat de grootste Hongaarse religieuze bijeenkomst juist in buurland Roemenië plaatsvindt, zijn nationalistische sentimenten niet geheel weg te denken. Het onverwerkte verleden van Transsylvanië als Roemeens-Hongaarse twistappel is op deze Pinksterdag dan ook voelbaar. De aanwezigheid van wapperende rood-wit-groene vlaggen en uitgestalde handelswaar langs de weg verwijst naar dit onverwerkte verleden. Naast religieuze parafernalia, worden T-shirts met afdrukken van Groot-Hongarije van voor Trianon verkocht. Hongarije moest na de Eerste Wereldoorlog met dit vredesdictaat uit 1920 Transsylvanië aan Roemenië afstaan. Maar politieke uitspraken worden verder nergens geuit. Het lijken slechts nostalgische herinneringen aan Groot-Hongarije waar kennelijk geld mee te verdienen valt. Ook Roemeense handelaren doen er zelf gretig aan mee.

Csiksomlyó: vaandeldrager

Csiksomlyó: vaandeldrager

 

András’grootste drijfveer om in Csíksomlyó te zijn, is een mix van nieuwsgierigheid, religieuse betrokkenheid en zoals hij het omschrijft “een gevoel van solidariteit met zijn Hongaarse broeders van over de grens”. Zijn reisgenoot István die zijn traan wegpinkt valt hem bij. Ongevraagd vertelt hij dat zijn familie van oorsprong eigenlijk Schwabisch Duits is. Zijn achternaam Lang werd na de oorlog verhongaarst in Láng hetgeen vlam betekent. Hij doet zijn naam met een vlammend betoog eer aan en zegt trots te zijn als Hongaar. Zijn aanwezigheid hier ervaart hij bijna als een religieuze en nationale plicht en zegt daarom elk jaar met Pinksteren terug te komen.

Aan het eind van de drie uur durende mis wordt het Hongaarse en het Szekler volkslied gezongen. Menigeen heeft het moeilijk om de ogen droog te houden. Daarbovenop zorgt Moeder Natuur er voor dat het vocht zich niet alleen beperkt tot de tranen. Een plotselinge wolkbreuk breekt aan en als eieren zo groot vallen de hagelstenen uit de hemel gevolgd door een flinke regenbui. Lang niet iedereen slaagt er in om een afdak te vinden tegen de pijnlijke hagelstenen. De kleding raakt doorweekt, maar als door een wonder reageert eenieder gelaten. Terwijl de stoet zich gedisciplineerd langzaam huiswaarts keert, wringt een jonge priester met ontbloot bovenlijf langs de kant van de weg zijn natte habijt uit.

Dit artikel is eerder verschenen in ablak, tijdschrift voor Centraal Europa van de universiteit van Amsterdam 
 
This entry was posted in Artikelen. Bookmark the permalink.

Leave a Reply